De oorsprong van Jantje moppen is niet precies bekend. De moppen zijn populair geworden in Nederland en Vlaanderen in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Ze worden nog steeds verteld er zijn hele grove Jantje moppen alleen geschikt voor volwassenen. Die hebben we in een ander lijstje gezet. De volgende moppen over Jantje zijn wel geschikt voor kinderen.
Jantje en Lisa waren aan het lopen. Zegt Lisa tegen Jantje:
“Lekker windje hè?”
Zegt Jantje:
“Ja, moet ik er nog één laten?”
Jantje staat aan de waterkant te huilen. Opa komt langs. ‘Hey Jantje, wat is er aan de hand?’ vraagt opa. ‘Klaas heeft m’n boterham in het water gegooid’ huilt Jantje. ‘Met opzet?’ ‘Nee, met pindakaas!’
Tijdens de aardrijkskundeles vraag de juffrouw in welke streken er nog menseneteres zijn.
Jantje staat op en zegt: ‘Aan de Belgische kust, juffrouw.’
De juffrouw is verbijsterd en vraagt waarom Jantje dat denkt.
‘Het staat in ons aardrijkskundeboek, juffrouw,’ zegt Jantje, ‘Er staat letterlijk dat de bewoners daar leven van de toeristen!’
Opa ligt onder de auto.
Vraagt Jantje: ‘Wat doe je?’
Zegt opa: ‘Ik zoek iets.’
Jantje: ‘Waarom zet je de auto dan niet naar voren?’
Opa: ‘Ik zoek de autosleutels!’
Jantje logeert voor twee dagen op de boerderij. Met grote ogen kijkt hij naar een enorme zeug.
‘Dik hé.’ lacht de boer.
‘Dat verbaast me niets.’ zegt Jantje.
‘Vanmorgen waren er tien biggetjes bezig haar op te blazen!’
De moeder van Jantje zet een bord soep voor hem op tafel. Ze zegt:
“Ik heb het tafelkleed net gewassen, dus maak het niet vies! Anders houd ik per vlek twee euro op je zakgeld in.”
Vervolgens gaat ze de keuken weer in.
Als ze terugkomt, ziet ze jantje met zijn lepel soep uit te smeren over het laken. Woedend schreeuwt ze:
“Jantje! Wat ben je aan het doen viespeuk?!”
Jantje:
“Ik maak van drie vlekken één vlek.”
Jantje mag bij zijn oma en opa gaan slapen. Als hij naar bed gaat, vraagt hij aan opa: “Opa, ben jij van karton?” Opa antwoordt dat hij niet van karton is. “Oma, ben jij dan van karton?” “Nee Jantje, waarom vraag je dat?” “Mijn papa zei dat ik bij twee oude dozen ging slapen vanavond …”
Oma en Jantje zijn samen op stap. Jantje ziet op de grond een stuk van twee euro liggen en wil het oprapen. Oma houdt hem tegen en zegt “Jantje, alles wat op de grond ligt is vuil!” Wat verder ziet Jantje een briefje van vijf euro liggen, maar oma zegt opnieuw “Jantje, alles wat op de grond ligt is vuil!” Ze wandelen verder. Plots struikelt oma en ze valt op de grond. Ze vraagt “Jantje, wil jij mij recht helpen?” Jantje antwoordt: “Nee oma, alles wat op de grond ligt is vuil!”
Mama vraagt aan Jantje om roze nagellak te gaan kopen. Jantje gaat naar de winkel, koopt roze nagellak en loopt op weg naar huis langs het vijvertje in het park. Thuis vraagt zijn mama: “Jantje, waar is de roze nagellak?” Jantje begint te zingen “Alle eendjes hebben roze teentjes …”